Concurrentie dwingt producenten om “groene stroom” te leveren, Le Monde, 21/06/07 Jean-Michel Bezat
Aan de vooravond van de openstelling van de energiemarkt voor 25 miljoen individuen, op 1 juli, strelen alle elektriciteitsgroepen de ‘ecologische’ vezels van hun toekomstige klanten. En ze hebben allemaal contracten waarin ze beloven elektriciteit te leveren die wordt geproduceerd door windturbines, zonneparken, biomassacentrales en dammen.
Voor elk kilowattuur (kWh) dat in het kader van een dergelijk contract wordt afgenomen, verplichten de leveranciers zich om één kWh, geproduceerd uit hernieuwbare energiebronnen, op het netwerk te zetten.
EDF, dat in zijn laatste reclamecampagnes er prat op gaat “de keuze te hebben gemaakt voor een wereld met minder CO2” (95% van zijn productie is afkomstig van kerncentrales en dammen), biedt een “kWh Equilibre”-formule aan (gelanceerd in 2004 voor professionals ) waarbij elk elektron afkomstig is van een hernieuwbare bron. Een aanvullend aanbod voorziet zelfs dat een klein deel van de door de consument betaalde prijs zal worden betaald aan het fonds dat EDF heeft opgericht ter financiering van het Cisel-project, uitgevoerd in samenwerking met de CNRS en de Nationale School voor Chemie van Parijs, voor de ontwikkeling en ontwikkeling van een nieuw proces voor de productie van elektriciteit uit zonne-energie.
Electrabel (Suez) heeft een aanbod van "100% hernieuwbare energie" beloofd, en dringt, net als EDF, aan op de "energiemix" van de groep, die de kerncentrales en dammen van de Compagnie nationale du Rhone (CNR) een prominente plaats geeft.
Poweo ging snel groen door eind 2006 een dochteronderneming voor hernieuwbare energie op te richten. Het biedt “organische elektriciteit”. “Voor elke verbruikte kWh koopt Poweo 100% groene stroom, in de vorm van “groene certificaten” van Franse producenten van wind- en/of waterkrachtenergie”, legt de groep uit. Deze laatste belooft een dubbele garantie: certificering van de oorsprong door een officiële instantie en de jaarlijkse verzending van een certificaat dat overeenkomt met het verbruik van hernieuwbare elektriciteit.
“Ecologisch en ethisch”
Origineler is dat de coöperatieve vennootschap Enercoop, die deel uitmaakt van de solidaire economie, enkel ‘groene’ elektriciteit zal aanbieden, maar geen piek-dalurenformule, om energiebesparingen te bevorderen. Omdat concurrentie niet gebaseerd kan zijn op prijs vanwege het handhaven van gereguleerde prijzen uitsluitend ten behoeve van EDF, zal het verkoopargument 'ecologisch en ethisch' zijn, geeft ze aan. Dit bedrijf, dat in september 2006 werd gelanceerd, zal gebruik maken van de solidariteits- en milieunetwerken (Greenpeace, Friends of the Earth, enz.) om in 10 000 klanten te bereiken. Er hebben al tweeduizend particuliere klanten bij ons aan de deur geklopt, verzekert Enercoop.
Het aanbod moet aantrekkelijk zijn. Want met uitzondering van activisten weigeren consumenten te veel te betalen voor deze energie. De kosten voor de productie van een kWh ‘groene’ elektriciteit zijn echter hoger dan die van een kWh kernenergie. Ook al zijn het uiteindelijk de consumenten die de rekening betalen door de bijdrage aan de openbare elektriciteitsdienst te betalen. Eind 2005 bleek uit een Eurobarometer-enquête voor de Brusselse Commissie dat twee derde van de Europeanen bereid was 5% meer te betalen in naam van duurzame ontwikkeling. Maar geen euro meer.
http://abonnes.lemonde.fr/web/article/0 ... 035,0.html