Er zijn verschillende manieren om een reactie op uw laatste bericht te benaderen. Een historische blik zou wellicht het meest passend zijn, maar ik zou mij beperken tot het logische plan, eenvoudiger en binnen de invalshoek blijven van waaruit je het onderwerp benaderde. We moeten zorgvuldig onderscheid maken tussen het middel en het doel; dit laatste is, zoals u uitlegt, van financiële aard, de accumulatie van abstracte waarde, en de middelen zijn de economische actoren, die feitelijk individueel handelen om comfort of prestige te verkrijgen (dit is niet hetzelfde!) of dat ze gedwongen worden om dit te doen (het geval van de overgrote meerderheid, maar het varieert afhankelijk van de tijd) door anderen die de kastanjes uit het vuur trekken. Met dit voorbehoud kunnen we toegeven dat er sprake is van onverenigbaarheid, maar we moeten wel het onderscheid in gedachten houden dat gemaakt moet worden tussen wat bewust bedoeld is en wat het werkelijke resultaat is.
À Heeft
In uw Afrikaanse voorbeeld is het naar mijn mening geen kapitalisme, maar eerder een eenmalig inkomen. We bevinden ons echter hier aan de rand van het fenomeen, omdat er al een door koopwaar gestructureerde samenleving moet bestaan (geld is geen essentiële voorwaarde) om dergelijk gedrag te kunnen waarnemen. Ik heb een tegenvoorbeeld in Madagaskar, waar een vrouw tijdens de overstroming van een klein dorp een flinke hoeveelheid rijst kon redden: ze deelde deze vervolgens met de rest van de inwoners. Het was voor haar belangrijker om bij te dragen aan het voortbestaan van de groep door zich te beperken tot het gemeenschappelijke deel: de interpersoonlijke band prevaleerde boven de bemiddeling door koopwaar, zoals wij die kennen.
Je gaat dan in op twee essentiële aspecten. Natuurlijk is het kapitalisme een menselijke creatie, maar door een functionele omkering manifesteert het zich vervolgens als een autonome entiteit waarover mensen geen enkele controle meer hebben en die hun gedrag conditioneert. Het is het kapitaal dat het subject wordt en de mensen die in zijn dienst staan. Ik geef grif toe dat dit nogal onintuïtief is in zijn abstractie en dat dit de reden is waarom veel kritiek zich richt op agenten die specifiek als verantwoordelijk zijn aangewezen (joden, bankiers, enz.), en daarmee een begrijpelijke, maar zeer ongelukkige fout begaan.
Je schrijft:
...in het bovenstaande voorbeeld ben ik er helemaal niet zeker van dat de arme persoon die leent om te overleven het anders zou doen als hij degene was met aandelen!
Zeer relevante opmerking die teruggaat op mijn punt hierboven: het kapitalisme is bovenal onpersoonlijk (aangezien het historisch gezien banden vervangt die gebaseerd zijn op het unieke karakter van persoonlijke relaties of binnen de sociale groep, de broederschap...) en er is niet meer essentie van rijk dan van armen, in beide gevallen gaat het slechts om rollen binnen het systeem, rollen waarvan de verdeling onverschillig is.