Kan passief bouwen rijmen met een concurrerende prijs?
Bij Franse passiefprojecten spreken we van meerkost of overinvestering in vergelijking met de BBC. In België, waar het concept meer verspreid is, kan de bouwkost van een passiefgebouw lager zijn dan die van een standaardgebouw. Uitleg.
Habitat 62/59 Picardie zal voor zijn eerste collectieve huisvestingsproject dat streeft naar het label "passief" meer hebben uitgegeven dan voor zijn eerdere projecten met het BBC-Effinergie-label. Een overinvestering die het noordelijke HLM-bedrijf er niet van mag weerhouden om de productiedoelstelling van 500 woningen per jaar te halen. Zonder onroerend goed tegen een "zeer goede prijs" en regionale subsidies, geeft Denis Ratelade, bouwmanager, aan dat hij het zich niet had kunnen veroorloven om te voldoen aan de vereisten van het Duitse Passivhaus-label voor een programma van 49 sociale woningen.
De bouwkost (exclusief erelonen) van woongebouwen in aanbouw in Béthune (59) zou 1400 euro exclusief btw per m² moeten bedragen. Ofwel, volgens Denis Ratelade, 200 euro meer dan een BBC-project, of 400 euro vergeleken met een gebouw met als enige doel het voldoen aan RT 2005.
Deze overinvestering lijkt zich te concentreren op een paar regels prijsschema's. Schrijnwerk met driedubbele beglazing vertegenwoordigt bijvoorbeeld bijna 15% van de bouwkosten. De actoren van het project wijzen ook op de kosten van de dubbele stroom VMC met wisselaar, apparatuur die men op een BBC zou kunnen missen, maar die essentieel is voor elk gebouw dat claimt passief te zijn. Elk unitair systeem, geïnstalleerd in elk van de woningen, kost op deze site bijna 5000 euro.
In Frankrijk vereist de "passieve" eis dure apparatuur en kan duur zijn voor vakmensen
De hoge kosten van beglazing en CMV's met dubbele stroom vinden we ook terug in een passiefproject in Champagne-Ardenne. De Foyer Rémois, waarvan alle in 2011 gebouwde accommodaties minstens BBC zijn, had de noorderlingen de weg gewezen door in het voorjaar van 2010 “La Clairière” op te leveren. De bouw van dit gebouw met 13 passieve woningen, gelegen in Bétheny, nabij Reims, zal het ook mogelijk hebben gemaakt om het pleisterwerk te verwijderen.
Ontwikkelingsdirecteur van de bouwer in Champagne-Ardenne, Jean-Denis Mège waarschuwt projecteigenaren en bedrijven: het vereiste detailniveau voor passieve etikettering is hoger dan voor een BBC en vereist daarom meer concentratie tijdens de bouw.
"De bouwplaats van "La Clairière" duurde 20 maanden. Geconfronteerd met de ijver van de certificeerders van het Passivhaus Institut, moesten de werfgenoten hun exemplaar herzien en sommigen moesten het werk verschillende keren overdoen om de vereiste uitvoeringskwaliteit te bereiken. Deze verlenging van de tijd die op de werf wordt doorgebracht, kan kostbaar zijn voor de onderaannemers", legt degene uit die het werk opvolgde.
Ramen moeten worden vervangen, VMC moet opnieuw worden ingelijst, Canadese bronventilator moet worden aangepast... de lijst met problemen op de site demotiveerde Jean-Denis Mège niet. Integendeel, op basis van zijn ervaring is laatstgenoemde van mening dat toekomstige passieve projecten, door rationalisering, geen overinvestering van meer dan 10% mogen vergen (in vergelijking met een project met een laag verbruik).
"Passief bouwen vereist een verbreding van de missie van de thermische ingenieur, het nauwkeurig observeren van de details van de uitvoering of zelfs het controleren van de certificaten van de materialen", legt de ontwikkelingsdirecteur van de Foyer Rémois uit. "Maar deze strengheid maakt het mogelijk om een gebouw te verkrijgen waarvan de werkelijke prestatie trouw is aan de theoretische prestatie", specificeert hij. En dat is onbetaalbaar.
In België verkort prefabricage de bouwtijd en maakt "Passief" meer dan concurrerend
Naast Quiévrain is het concept "passief" veel wijdverspreider. In het Brussels Gewest, waar passiefbouwen vanaf 1 januari 2015 verplicht wordt voor alle gebouwen, zijn er al meer dan 300 m² die voldoen aan de vereisten van het Duitse label. We hebben het hier niet meer over bijkomende kosten of overinvesteringen gekoppeld aan het label “Passief”. De Brusselse architect Sebastian Moreno Vacca won een wedstrijd voor de bouw van een geheel van 000 wooneenheden, een school en enkele kantoren, met een bouwkost van 50 euro per m², 1100% minder dan de gemiddelde kostprijs van de andere niet geselecteerde projecten.
Het geheim: verkort de bouwtijd dankzij uitgebreide prefabricage. "In België is het storten van beton een luxe. Op ons project bestaan de gevels uit slechts 5 verschillende geprefabriceerde modules waarmee we spelen om het uiterlijk van de gebouwen te variëren", legt de architect uit die verantwoordelijk is voor het passiefhuisplatform in het vlakke land.
Sebastian Moreno Vacca wijst er ook op dat het reageren op design-build aanbestedingen het mogelijk maakt "door nauw samen te werken met bedrijven, een hele reeks kleine trucjes uit te voeren". "Voor stopcontacten gebruiken we bijvoorbeeld geen luchtdichte blokken, die duurder zijn, maar standaardblokken waarachter we gips projecteren, een materiaal dat veel voorkomt op bouwplaatsen".
De prijs van materialen kan ook verklaren waarom passief bouwen in België niet noodzakelijkerwijs meer kost. Sebastian Moreno Vacca aarzelt niet om driedubbele beglazing te plaatsen op alle gevels van zijn projecten. "Nu kunnen we ze vinden voor minder dan 300 euro per m²". De Belgische architect probeerde dezelfde prijs te vragen voor een Frans project, hij werd naar eigen zeggen "gestraft".
Kortom, om ervoor te zorgen dat aan Franse kant passief rijmt met competitief, zal het niet alleen voldoende zijn om de gewoonten op de site te veranderen.
Eric Leysens | Bron LE MONIEUR.FR
Bron: http://www.lemoniteur.fr/195-batiment/a ... competitif