Hier een blogartikel Homofabulus over de opkomst van religies en morele filosofieën:
De vraag van de dag is dus: Waarom zien we rond 400 voor Christus ineens soortgelijke religies die de nadruk leggen op zelfdiscipline en moreel gedrag verschijnen in drie regio’s van de wereld die zo ver uit elkaar liggen als de Gangesvallei, het Middellandse Zeegebied en China? Waarom zijn we afgestapt van religies die tot nu toe goden postuleerden waar we bang voor moeten zijn, maar die niet zeggen wat goed en fout is om te doen, naar religies die moraliserende goden postuleren?
Een onlangs gepubliceerd artikel in het tijdschrift Current Biology suggereert een hypothese gebaseerd op de theorie van levensgeschiedeniskenmerken die we eerder op deze blog hebben besproken. We weten dat de rijkdom van een individu invloed heeft op zijn motivaties en “beloningssystemen”. Iemand die comfortabel leeft, zal eerder langetermijndoelen stellen, afstand nemen van zogenaamde ‘snelle’ strategieën (snel hulpbronnen verkrijgen, zich snel voortplanten, enz.) en naar een ‘langzamere’ strategie kijken die meer coöperatief gedrag omvat. Na verloop van tijd gaat de voorkeur uit naar zelfbeheersing boven impulsiviteit. Uit het onderzoek blijkt precies dat tijdens de axiale periode de energieopname in de drie hierboven genoemde regio’s (Gangesvallei, China en het oostelijke Middellandse Zeegebied) dramatisch is toegenomen, met meer dan 20 kcal/dag/persoon, terwijl traditionele jager-verzamelaarsgemeenschappen de 000 kcal niet overschrijden en grote aantallen archaïsche samenlevingen zoals Egypte of de Sumeriërs hebben een maximum van 4000 kcal.
Evolutie van de energieopvang in verschillende delen van de wereld tijdens de axiale periode
http://homofabulus.com/pourquoi-les-dieux-sont-devenus-moraux-tous-en-meme-temps/
PS: Ik kan geen grafiek vinden over de evolutie van de hoeveelheid energie die sinds de prehistorie is gedissipeerd per type samenleving (als een liefdadige ziel mij kan horen!), omdat het erop lijkt dat er een duidelijk verband tussen het verdwenen energieniveau en het geloofssysteem.
In de premoderne periode hebben onderzoekers de neiging om te denken in termen van calorie-inname, maar als dit punt interessant is, staat het ons niet toe om het niveau van complexiteit van een samenleving en religieuze categorie (monotheïsme, polytheïsme, enz.) voldoende met elkaar te verbinden.