Ingenieurs van de State University of New York hebben een concept ontwikkeld voor een bioraffinage gebaseerd op de omzetting van hout in ethanol dat als brandstof kan worden gebruikt. Hardhout bevat namelijk 35% xylaan (9 tot 14% voor naaldhout), een eenvoudig suikerpolymeer waaruit door fermentatie ethanol kan worden gewonnen. Het door Thomas Amidon en zijn collega's ontwikkelde proces is als volgt: gewone houtsnippers worden gemengd met water en op hoge temperatuur verhit om de cellulosevezels te scheiden. De resterende oplossing wordt vervolgens gefiltreerd door een membraan dat de beroemde xylaan en een kleinere hoeveelheid azijnzuur vasthoudt, dat wordt gebruikt voor de synthese van polyvinylacetaat. De residuen kunnen worden verbrand of vergast voor de productie van elektriciteit en warmte. De voordelen van de methode zijn gekoppeld aan de gebruikte grondstof. Hout is gemakkelijker te vervoeren en op te slaan dan andere bronnen van biomassa (bijv. Granen), en het kan het hele jaar door worden geoogst. Door bioraffinaderijen toe te voegen aan Amerikaanse papierfabrieken zouden we volgens de onderzoekers 9 miljard liter ethanol per jaar kunnen produceren. Hun werk, nog in de experimentele fase, wordt financieel ondersteund door de bedrijven Lyonsdale Biomass en International Paper, 's werelds grootste papierfabrikant. (Zal hout helpen om de Amerikaanse energiebehoeften te vervullen)