De sterke energieafhankelijkheid van de Verenigde Staten en de aanhoudende stijging van de olieprijs hebben ertoe geleid dat de Amerikaanse regering sinds 20 jaar beschermde gebieden heeft geopend in Alaska. De ecologische impact van een dergelijke beslissing, die al enkele jaren door milieuorganisaties wordt opgezegd, is niettemin bekend: erosie van de biodiversiteit, opwarming van de aarde en schade aan het voortbestaan van de bevolking die in deze regio woont.
In Alaska gaat de opening van beschermde gebieden voor olieboringen door. President Bush schat dat 10 miljard vaten kunnen worden gewonnen uit het Arctic National Wildlife-gebied, en, zegt hij, "met bijna geen impact op het milieu en de natuur". Naast het milieuaspect hekelden de Democratische senatoren - die tegen de tekst stemden - de economische absurditeit van deze nieuwe boringen. John Kerry verklaarde dat "deze maatregel op lange termijn geen effect zou hebben op de energievoorziening van het land", terwijl de democratische senator Richard Durbin de potentiële olieproductie schatte op slechts 2,5% van de behoeften van de Verenigde Staten.